Bereiding

Voor vier personen:

1. Was de boerenkool en snijd de stelen eraf.
2. Snijd de dikke bladnerven van de afzonderlijke bladeren, zodat u ca. 500 g boerenkool overhoudt.
3. Snijd de bladeren in reepjes en blancheer ze snel en gelijkmatig in kokend gezouten water.
4. Haal ze er vervolgens uit en dompel ze onder in ijswater, laat ze vervolgens uitlekken.
5. Pel en halveer 150 g uien, snijd ze vervolgens in dunne plakjes. Bak de uien aan in een verwarmde pan met een beetje olie.
6. Breng 1 l groentebouillon aan de kook met 1 laurierblad, 2 kruidnagels en 5 pimentkorrels.
7. Voeg 500 g Casselerrib en de boerenkool toe. Breng opnieuw aan de kook, dek af en laat ca. 1 uur zachtjes koken.
8. Schil intussen 250 g wortelen en 400 g aardappelen. Snijd de wortelen in dunne plakjes en de aardappelen in blokjes van ca. 2 cm.
9. Voeg na ca. 25 minuten kooktijd de wortelen, aardappelen en 6 worsten mettwursten toe.
10. Verwijder vervolgens de Casselerrib en de mettwursten en snijd ze in kleine stukjes. Voeg beide weer aan de soep toe.
11. Breng op smaak met zout en peper, dien op en serveer.
12. Samen met een koude Jever. Bon appétit!